Praktische toepassing van de liquiditeits- en balanstest

liquiditeitstest

Dat er in het nieuwe WVV (sinds 1/1/2020) geen sprake meer is van het kapitaal bij de BV, is ondertussen oud nieuws. De afschaffing van het kapitaal impliceert dat de buffer voor de schuldeisers van de vennootschap weg valt. Om dit tegemoet te komen, werden nieuwe wetsartikelen ingevoerd voor onder andere winstuitkeringen. Zo zijn de winstuitkeringen in een besloten vennootschap voortaan onderworpen aan de liquiditeits- en balanstest. Deze testen moeten worden uitgevoerd bij alle uitkeringen in ruime zin. Concreet betekent dit bij het uitkeren van dividenden en tantièmes, maar ook bij o.a. de inkoop van eigen aandelen, uitkeringen bij uittreding, ... Hoe gaan deze testen praktisch in zijn werk? We leggen het hieronder graag even uit.

 

Balanstest

Met de balanstest wordt gecontroleerd of alle schuldeisers kunnen terugbetaald worden via de solvabiliteit. Concreet zal de Algemene Vergadering (AV) pas een uitkering mogen toestaan als het nettoactief van de vennootschap niet onder nul zakt door de uitkeringen. Nog een nieuwheid is dat de balanstest uitgevoerd wordt op basis van de laatste goedgekeurde jaarrekening of van een recente staat van activa en passiva. Dit houdt in dat de AV winst kan uitkeren van een boekjaar dat nog niet werd afgesloten. In een vereenvoudigd voorbeeld, ontdek je hieronder de concrete werking.

In de balans van een organisatie zijn volgende cijfers terug te vinden, een vooropgestelde uitkering:

  • totaal actief: 71 225
  • voorzieningen: 10 325
  • uitgestelde belastingen: 55 650
  • niet-afgeschreven oprichtingskosten: 7 000
  • herwaarderingsmeerwaarde: 1000 

Het nettoactief wordt bepaald als = Totaalbedrag van de activa - voorzieningen - schulden - niet-afgeschreven kosten van oprichting en uitbreiding - kosten van onderzoek en ontwikkeling.

Berekening van bovenstaande balanstest leidt tot een negatieve score, wat ongunstig is. Men kan eventueel over gaan tot een recentere staat van activa en passiva om een positieve test te bekomen.  Daarnaast moet ook nog aandacht besteed worden aan de solvabiliteitsratio. Wanneer die na uitkering nog altijd gunstig blijft, kan een uitkering van eigen vermogen wel gebeuren. 

 

Liquiditeitstest

Bij de liquiditeitstest is het de bedoeling dat men nagaat of de vennootschap haar schulden nog kan voldoen en dit over een periode van minstens 12 maanden (rekenen vanaf datum van uitkering). Men moet dus vanuit de jaarrekening vertrekken om de liquiditeitstest te berekenen, maar het bestuursorgaan moet ook rekening houden met toekomstige ontwikkelingen. Er moet bovendien een verslag opgemaakt worden (dat niet moet worden neergelegd) waarop de AV zijn bevindingen alsook de gegevens meegeeft wat betreft de liquiditeitstest.

De wet geeft zelf geen specifieke berekeningswijze mee, in die zin dat geen ratio of formule voorgesteld wordt. Op die manier wordt de vrijheid gegeven aan de bestuurders om, rekening houdend met de context van de organisatie, de liquiditeit te beoordelen. 

Men kan hier gebruik maken van de acid ratio en current ratio om de interpretatie te doen. Daarnaast is het nuttig om de banksaldi van elke maand gedurende het afgelopen boekjaar mee te geven. Aangezien de toekomst belangrijker is dan het verleden, moet men onderzoeken of er aanleiding is tot verhogen van het huidig voorraadniveau, het openstaande bedrag aan klantenvorderingen en leveranciers. 

Mis je achtergrond wat betreft bovenstaande testen en het opstellen van de jaarrekening? Onze opleiding 'Praktische afsluit van de boekhouding' gaat hier dieper op in en helpt je op weg.

Ook interessant